Het is maandagochtend. Je voelt je al een tijd niet fit. Na het weekend voel je je ogen scheel staan en je hebt knallende koppijn. Wat doe je? Je gaat uitzieken. Ik dus ook.
Ik draai me om en val weer in slaap. Als ik een paar uur later wakker word, schrik ik ineens. De uitslag van de eerste toetsing! Zal ik hem al binnen hebben?
Onze eerste toetsing was een beroepsproduct in de vorm van verslag en film en ging over dialogen rond onderwijsbehoeften. Op stage ging ik aan de slag met een kind in het autismespectrum stoornis en heb aan de hand van gesprekken een lessenserie gemaakt die aansluit op de behoeften die hij zelf uitspreekt.
Een eerste werkstuk maken voor een opleiding is lastig. Er moet nagedacht worden over het niveau dat van je wordt verwacht en op welke manier jij je gaat verwoorden. De literatuur die je toevoegt moet van wetenschappelijk niveau zijn (de boeken van de Pabo voldoen niet allemaal meer) en relevant zijn voor je verhaal.
Ik open mijn mail. Ja, daar staat de naam van mijn beoordelaar met de beoordeling van mijn ingeleverde werkstuk. Ik open de bijlage en scroll met kloppend hart naar ‘eindresultaat’. Overige zaken op het beoodelingsformulier interesseren me niet. Ik wil alleen weten of ik het gehaald heb. Ik geloof haast niet wat er staat aangekruist. Gehaald? Gehaald!
Om zeker van mijn zaak te zijn scroll ik het beoordelingsformulier nog eens door of het wel klopt dat ik de toets in één keer heb gehaald. Immers, mijn eerste toetsen op de Pabo moest ik allemaal herkansen en ik heb nog uitgebreide gesprekken met docenten gevoerd over wat er enerzijds in colleges werd behandeld en anderzijds van mij werd gevraagd op de toets. Ook hier was ik niet zeker van mijn zaak. Daarom voel ik misschien juist niet de trots, maar vooral de opluchting die een positieve beoordeling met zich meebrengt. De Masteropleiding geeft meer houvast en werkt gestructureerd toe naar de toetsing, aan de hand van vele casussen en eigen inbreng van de student. Prima dus. Uitgebreide feedback in mijn werkstuk geeft mij zekerheid voor het schrijven van mijn volgende werkstukken. Maar tot die tijd kan ik maar één dingen denken: yes, in the pocket!