1. Minder vloeken.
Vloeken is iets van alle tijden. Iedereen vloekt wel eens. Ik vloek geregeld. Daar ben ik niet trots op. Vooral met ziektes die (gelukkig) niet meer voorkomen en geslachtsdelen. Vaak word ik er in mijn privé leven op gewezen dat ik onwijs kan vloeken en schelden en mijn temperament helpt mij daar niet bij. Dat wil zeggen: ik ben overemotioneel. In mijn geval houdt dat in dat ik extreem blij kan zijn en binnen een paar seconde enorm boos of uitzonderlijk verdrietig kan zijn. Deze wisselingen heb ik al mijn hele leven en vaak is het in deze situaties zo dat er niks aan de hand is, maar dat ik graag van een mug een olifant maak en graag even de aandacht op mij vestig. Het werkt! Prima dus, dat emotionele gedoe van mij, maar dat vloeken ga ik achterwege laten.
2. Het tweede jaar van mijn studie starten zonder herkansingen.
Studeren is niet makkelijk. De woorden ‘geldgeberek’ en ‘tijdgebrek’ zeggen in deze zaak misschien al voldoende. Na mijn eerste studie ben ik een jaar gaan werken, zonder studielasten. Inmiddels is het zo dat ik studielasten heb (lees: collegegeld, boeken aanschaffen etc.) en nog maar twee dagen in de week werk, omdat ik de rest van de week stage loop en studeer. Weinig inkomen dus. Hierin wordt de term ‘tijdgebrek’ ook concreet gemaakt. Hoewel ik naast college op maandagavond vrij ben in de avonduren, zit ik geregeld achter mijn laptop mijn schoolmail te checken of ik nog iets moet doen voor de aankomende colleges. Het studentenleven is dus al druk genoeg en herkansingen kan ik daar niet bij gebruiken. Daarnaast heb je als student (ook als niet-student trouwens, maar dat terzijde) geweldig veel feestjes die allemaal afgelopen moeten worden. Hier kies ik uiteraard zelf voor, maar feestjes zijn nu eenmaal leuk en die wil ik niet missen. Hoewel een avondje thuis op de bank gelukkig ook geregeld voor komt.
3. Sporten.
Gevoelig onderwerp. Al een jaar of twee sport ik niet (regelmatig) meer. Voor die tijd deed ik aan hardlopen en ging ik geregeld naar de sportschool. Daarvoor heb ik jaren gedanst, op atletiek gezeten en aan turnen gedaan. Daar is dus niet veel van over. Hoewel je het aan de lijn nog niet ziet, merk ik dat de conditie het van zich af laat weten. Nu weet ik dat ik een staand beroep heb, geregeld kinderen til en heen en weer ren als we tikkertje spelen, maar doelgericht sporten zit er al tijden niet meer bij. Wat en hoe weet ik nog niet, maar dat sporten moet gebeuren.
4.Geduldig en vriendelijk blijven tegen mensen (en katten) die op mijn zenuwen werken.
Enigszins te relateren aan het eerste punt, het voornemen om minder te vloeken. Mensen in mijn privé leven kunnen mij irriteren en op mijn zenuwen werken. Ik sta dan niet te boek als meest sympathieke persoon die subtiele hints geeft aan mensen. Nee, ik sta meer bekend om het afsnauwen van mensen en betweterig gedrag vertonen. Hoewel katten er weinig last van hebben als ik ze afsnauw, denk ik dat zij mijn ongeduld toch ook af en toe opmerken. Als ze weer een vaas omgooien of mijn broodje aan het opeten zijn die ik zojuist op tafel heb gezet, ga ik schreeuwen. Ik kan hard schreeuwen. Het is de vervanger voor de snauw. Het is namelijk zo dat als een persoon mijn snauw niet begrijpt en er niks mee doet ik tegen die persoon kan gaan schreeuwen. Genoeg reden lijkt mij om hier in 2014 mee aan de slag te gaan.
5.Leren om de planten water te geven.
Het is een feit. Planten gaan dood bij mij. Sinds mijn achttiende woon ik op mijzelf en alle planten om mij heen gaan binnen enkele weken tot dagen dood. Dit komt over het algemeen niet door droogte, maar door teveel water. Raar toch, mensen gaan gewoon kotsen als ze teveel eten of drinken, planten gaan direct dood. Ik kan er niet mee overweg. Als ik te horen krijg dat de plant gedoceerd water moet krijgen, ben ik geen stap verder. Hoeveel is gedoceerd? Wanneer moeten ze gedoceerd water krijgen en waarom is het voor elke plant weer anders? Time to learn…
6. Vaker de tv uitzetten en een goed boek lezen.
Als ik een avond vrij ben, breng ik die geregeld door voor de tv. Ik zap een beetje of ga Netflixen. Zeer verslavend allemaal. En hoewel ik veel goede boeken in mijn kast heb en mij geregeld voorneem om te lezen, denk ik vaak: eerst even tv kijken, dan ga ik daarna nog wel even lezen. Niet dus. Het lezen komt er te weinig van. En dat is jammer. Als kind las ik dagen achtereen boeken en kon ik zo dagenlang geen (of toch in ieder geval weinig) tv kijken. Je verliezen in een goed boek is iets moois en ik vind het jammer dat de tv die rol aan het overnemen is, waarbij mijn eigen fantasie zo minimaal is. In 2014 ga ik lezen.
7. Blijven schrijven over onderwijs en studie.
Schrijven vind ik leuk en het wordt steeds leuker. Veel mensen om mij heen studeren, zitten in het onderwijs of zijn hier op een andere wijze bij betrokken. Als mensen hierover praten, kom ik hier niet graag tussen en voel ik me snel te klein om te laten zien dat ik er ook heus wel wat van weet. Graag zou ik willen zeggen: “Ik schijn een masterstudie te doen tot gedragspecialist in het onderwijs na een studie tot leerkracht, dus ik denk dat ik er meer van weet dan jij.” Maar dat doe ik niet. Schrijven daarentegen doe ik wel. En hoewel ik via deze weg niemand op zijn tenen wil trappen, is dit voor mij wel een manier om mijn eigen belevenissen te vertellen.
8. Voor elk kledingstuk dat ik aanschaf twee kledingstukken weggooien.
Ik hou van kleding winkelen. Wie niet? Hoewel ik de afgelopen tijd weinig nieuwe kleding heb gekocht, puilt mijn kledingkast uit. De helft draag ik niet eens meer. Toch ligt het in mijn kast en weiger ik het allemaal in één keer weg te gooien. De oplossing is dus simpel: Als ik iets nieuws koop, moeten er twee kledingstukken weg. Zo gaat het proces van afscheid nemen van kleding geleidelijk en voor mijn gevoel relaxed. Overigens geldt dit niet voor schoenen. Mijn kratten, tassen en lades met schoenen houd ik allemaal.
9. Mijn ‘ik moet ontbijten-dieet’ voortzetten.
Een aantal jaar heb ik niet ontbeten. Ontbijten kost tijd, ik lig liever langer in mijn bed ’s ochtends. Zelfs een crackertje kreeg ik niet door mijn keel. Hierdoor woog ik een tijd te weinig. Ontbijten is essentieel voor een energieke dag en het zorgt er bij mij voor dat mijn maag zo gerekt is dat ik meer eet op een dag. In mijn geval mogen er nog wat kilo’s bij (luxe probleem, I know), dus ik ga hier stug mee door.
10. Chocolade zien als een extraatje voor af en toe, niet als een veelvoorkomende snack.
Dit laatste, en misschien wel pijnlijkste voornemen, is mijn zwakte. Veel mensen hebben het probleem dat ze chocolade erg lekker vinden. Ik ook. Het is zo erg, dat toen ik in totaal zeven chocoladeletters van de Sint had gekregen, mijn vriend ze bovenop de kast heeft gelegd waar ik niet bij kan. Nee, het is zelfs zo erg, dat ik toen uit boosheid en frustratie naar de supermarkt ben gegaan… en chocolade heb gekocht. Kom niet tussen mij en mijn chocolade. Misschien moet ik zelf tussen mij en de chocolade komen, want deze geregelde snack is ongezond en draagt niet echt iets bij. Duidelijk.
Hahaha heel leuk geschreven Juul!! Ik herken veel dingen van jou van vroeger! Hopelijk kan je aan je nieuwe voornemens houden! Xx Stef
Thanks voor je reactie stef! Grappig dat je er nog veel van vroeger in herkent. Ik ga uiteraard mijn best doen met mijn voornemens, eens kijken of ik mij eraan kan houden! X