Pesten

Vanochtend keek ik met de klas het jeugdjournaal. Een belangrijk onderwerp vandaag was pesten. De nieuwe anti-pest-hype, eens in de zoveel jaar is er weer zo’n anti-pest-hype, is van een paar weken geleden toen de eerste aflevering van Project P werd uitgezonden. Of zelfs in de week ervoor al, omdat het programma toen al in het nieuws was. Dit vanwege de omstreden geheime camera die op school rondliep, hangend aan een kind dat werd (wordt?) gepest. ‘Van kinderen, ook al soms onherkenbaar in beeld, wordt de privacy geschonden,’  vindt de een terwijl de ander ‘Laat het die pesters maar voelen, dit mag hard aangepakt worden,’ vindt. Wat ik vind? Ik eerste instantie schrok ik van Project P. Een geheime camera die kinderen filmt terwijl zij dat niet doorhebben, vind ik onverantwoord. Ik begrijp dat scholen en ouders in opstand komen. Het mag duidelijk zijn dat ieder kind, zeker in de puberleeftijd, wel eens onaardig is tegen the underdog. Soms komt het frequent voor, soms niet. Soms is er één pester, soms zijn er meer. Soms zijn er meelopers en soms zijn er verdedigers. Pesten is hoe dan ook complex. Pesten mag niet. Pesten kan pijn doen. Ik weet dat pesten pijn kan doen. Hoewel ik nauwelijks tot niet ben gepest, vond ik het in de eerste jaren van de middelbare school vreselijk als er klasgenoten naar mij keken en vervolgens met elkaar gingen fluisteren. Misschien is het zo dat het pesten niet heeft doorgezet, omdat ik mij er weinig van aan heb getrokken.  Ook zal het geholpen hebben dat ik met alleen mijn beste vriendinnetje in de derde klas terechtkwam, waardoor ik de ‘fluistermeisjes’ niet meer continu tegenkwam. Ik had een gelukkige tijd op de middelbare school. Wat dat betreft kan ik mij niet altijd inleven in de pester, noch de gepeste. Of Project P de oplossing is, is mij onduidelijk en wat mij betreft niet waard om het uit te proberen, omdat de gevolgen voor de partijen die nationaal op televisie zijn onbekend zijn.

Nu wil de overheid anti-pest programma’s op scholen verplicht stellen. Zo zijn er ongeveer zestig programma’s die recent getest zijn en er blijken er maar dertien aan de eisen te voldoen. Welke eisen dit zijn, is mij niet duidelijk. Wel is duidelijk dat ouders, leerlingen en leerkrachten net zo goed positief reageren op de anti-pest programma’s die niet goedgekeurd zijn, als de programma’s die wel goedgekeurd zijn. Volgens meneer Huppeldepup van EditieNL, komt dit omdat elke school in eerste instantie enthousiast is, maar dat het nog maar de vraag is of het werkt op de langere termijn. Een vraag die wat mij betreft een antwoord behoeft. Maar blijkbaar duurt dat meneer Huppeldepup te lang, dus wordt het programma bij voorbaat afgekeurd. Jammer.
Overigens val ik over het woord ‘verplicht’. Een verplicht programma kan richting bieden. Dat is prima. Echter biedt een programma ook grenzen. Het blijft als leerkracht belangrijk te kijken naar het individuele kind, het kind in een subgroep, het kind in de klas en het kind in de school. Kunnen alle programma’s dit bieden? Voor elk type school, elke leeftijdscategorie, elke groep en elk kind? Ik lijk misschien sceptisch, maar niks is minder waar. Ik probeer reëel te zijn, om vervolgens te hopen dat adequaat reageren op pesten, met of zonder programma, het pesten stopt. Want dat is het belangrijkste doel: stop het pesten!

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s