En dan heb je ineens tijd over…

Het is tien over half 11. In de kleedkamer is het doodstil. Negen ZMOK mannetjes zitten naast elkaar met hun voeten stil, mond op slot en handen vast. Ze doen perfect wat ik vraag. Té perfect. Met het resultaat dat ik nog tien minuten tijd moet doden voor de gymles daadwerkelijk begint. Een luxe die ik lange tijd niet heb gekend en ik moet dan ook graven in mijn geheugen naar een activiteit om de komende tien minuten deze fijne sfeer te behouden. En dan begin ik: *klap* *knie* – *klap* *knie* *klap* *knie*. Binnen twee keer doen de kinderen mee. Allemaal lachende gezichten kijken mijn kant op en het blijft doodstil. De grijnzen worden nog breder als ik ineens verander naar *klap* *klap* *knie* – *klap* *klap* *knie*. Terwijl ik dit doe kan ik de kinderen verbaal en met mijn mimiek complimenteren. “Wauw, wat kan jij dit goed”, “Wat let jij goed op hoe ik precies klap” en “Wat doe jij goed mee!” zijn voorbeelden van deze complimenten. Er is ook een jongen die ik aan moet spreken. Dit onverwachte klapspelletje lijkt hem te veel en hij begint te lachen als een geit en klapt in het wilde weg met zijn handen en op zijn knieën. Terwijl ik blijf klappen met de kids, spreek ik hem aan met de keuze: “of je doet serieus mee, waarbij je best een klapfoutje mag maken of je kijkt en luistert mee”. Hij kiest voor het laatste, wat prima is natuurlijk.

Als ik de variatie nog moeilijker maak, besluit ik verbaal te ondersteunen met woorden. Woorden die de kinderen net hebben geleerd met lezen. In plaats van dat we alleen *klap* *klap* *knie* horen op onze lichamen, horen we daar nu de woorden “mug mug saus” bij. Naast de klap in de handen en de klap op de knie, doe ik daarna ook een knip in mijn vinger bij. Ik kies voor het woordje “jeuk” omdat de eu-klank lastig blijft voor de groep. In totaal weten we er acht minuten mee door te komen. Ik stop de groep met een stop-teken dat de kinderen kennen en het is direct stil. De klas vindt het geweldig. We bespreken de klanken van de woorden die de kinderen geleerd hebben (de tweetekenklanken eu en au, het verschil met de ou van hout en de medeklinker g). En dan is het tijd voor de gymles, die op een goede manier kan starten.

Er zijn allerlei spelletjes die wiebels uit de groep kunnen halen of die je kan doen als je een paar minuten over hebt. Simpele spelletjes die we allemaal kennen en kunnen uitvoeren. Mijn top 5 favorieten zet ik op een rij:

1.       Hoofd, schouders, knie en teen, een eeuwige favoriet. Dit heeft ook te maken met de mogelijkheid tot eigen inbreng. Denk aan “schoen, t-shit, broek en trui” of “staan, zitten, spring en buk”. Eindeloze variaties mogelijk!

2.       Een tip van mijn vriendin en collega, juf Lisa, is Just Dance. Op youtube zijn veel voorbeelden, ook specifiek van Just Dance Kids te vinden, die de kinderen mee kunnen dansen. Ook de hits van bijvoorbeeld Kinderen voor Kinderen doen het goed. Wel even van te voren instrueren dat de kinderen niet alleen maar rennen door het lokaal, maar dat het echt de bedoeling is na te dansen wat op het filmpje gebeurt. Dit voorkomt enige chaos. Super leuk!

3.       Ik heb ooit een spelletje gemaakt van het gooien van propjes. Een aantal leerlingen wilde telkens propjes in de prullenbak gooien en zij misten continu. Nu kan ik de zeurende juf spelen die dit verbiedt of ik denk de situatie om… Tijd om te oefenen dus! Om die reden zorg ik per groepje voor een prullenbak, krijgt elk groepje een stapel papier uit de papierbak en mogen ze gaan oefenen met gooien. Zijn de propjes van de groep op? Alle missers oprapen en opnieuw proberen! Het groepje dat als eerste alle propjes in de prullenbak gooit, is de winnaar. De kids vonden het zo leuk, dat ik het meerdere malen herhaald heb.

4.       “Simon zegt” blijft ook altijd goed, alhoewel ik hier altijd  “Juf zegt” van maak. Hier wordt ook meteen het luisteren geoefend en ook dit biedt eindeloze mogelijkheden in hoe groots je het wil maken. Hou je de kids aan tafel? Dan zal je juf/meester zegt daar om draaien met bijvoorbeeld ‘pak je potlood’ of ‘teken een zon’ (tip: je kan ze enorm leuke tekeningen laten maken!). Wil je de kinderen lekker laten bewegen? Zet je ze staand achter hun tafel en gaan je opdrachten over springen, zwaaien en squats.

5.       Dit jaar geef ik les aan groep 3 en een groot deel van de klas kan woorden wel hakken, maar hebben moeite met plakken. Ook dit doe ik graag in spel- of bewegingsvorm. Hoe? Simpel! Er mag niet gepraat worden, kinderen moeten laten ZIEN welk woord ik hak. S-T-AA-N, zorgt voor een klas die staat. L-OO-P, S-P-R-I-NG, B-U-K zijn andere voorbeelden. Maar ook hak ik S-T-OE-L, waarbij kinderen gaan zitten of hun stoel aanwijzen of B-OE-K, wat voor verschillende reacties zorgt zoals het wijzen naar de klassenbieb of het pakken van een boek uit het laatje. Uitvoering van de kinderen varieert en dat maakt dit spel nog een beetje leuker.

Er zijn nog veel meer (bewegings)spelletjes om tussendoor met de kinderen te doen. Andere vijf-minuten activiteiten die ik veel doe zijn voorlezen, Squla, een liedje zingen of een complimentenrondje. Vijf minuten over hebben is leuk!

juf-juul

Advertentie