Na week vier voelt het safe genoeg om iets te delen over mijn eerste ervaringen in het cluster 2 onderwijs. Want zoals inmiddels wel bekend, was het na alle gedragsproblemen tijd voor mij om mij te storten op taalproblemen.
Iedereen die mij een beetje kent, weet dat ik erg hou van taal. Vooral het gebruiken van taal. Ik praat veel, ik praat hard, ik praat snel. Daarom was ik stiekem best een beetje gespannen of deze populatie leerlingen wel bij mij zou passen.
Toen bijna vier weken geleden de eerste schooldag van het nieuwe jaar begon, heette ik mijn nieuwe telgen welkom in de groep. Sindsdien geniet ik van elk moment met deze kinderen. Taal is voor deze kinderen een wonder en ik mag ze dat leren! Al op dag twee of drie was er een jongen die verbaasd opkeek toen hij in één keer “goedemorgen” kon zeggen zonder hulp. Hij was verbaasd over zijn eigen vooruitgang!
Al snel oefenden we om onszelf voor te stellen. Pietje, die net vier is geworden, oefende ook de zin: “Ik ben Pietje”. Op dag 1 en 2 lukte hem dit alleen samen met de juf. De andere kinderen luisterden geduldig mee terwijl deze jongen de hele tijd oefende met deze zin. Op dag 3 geschiedde het wonder: Hij zei, nee, hij riep: “IK BEN PIETJE” en er volgde een luid gejuich van Pietje zelf die opsprong en een vreugdedansje deed. Een medeleerling begon spontaan te applaudiseren en legt mij nog even uit dat het knap is wat Pietje kan “Want gisteren kon hij dit nog niet juf. Knap van hem”. Ja, knap van hem.
De anderhalve week die hierop volgde, was het antwoord van Pietje op elke vraag “Ik ben Pietje!”, iets waar ik enorm van heb genoten. Als ik hem vroeg hoe oud hij was, was het antwoord “Ik ben Pietje”, waarop ik antwoordde “Dat klopt, maar hoe oud ben jij?” met als gevolg “Ik ben Pietje” inclusief vreugdedans. Inmiddels kan hij ook vertellen hoe oud hij is. En nog steeds antwoordt hij dit als hij het antwoord op de vraag niet weet. Maar hij vraagt nu ook met een correcte zin om hulp en kan andere aangeleerde zinnen correct toepassen. Ook thuis, zo blijkt als we op huisbezoek zijn bij Pietje, wanneer hij “Stop, hou op!” zegt als hij wil dat er met iets gestopt wordt. Ook werd me op dat huisbezoek een kleine spiegel voorgehouden toen hij twee duimen opstak en zei “Goed gedaan, zeg!” nadat zijn broer een mooie truc met de jojo uithaalde. Genieten dus.
Deze week heeft Pietje leren tellen tot 5. Hij weet wat drijven en zinken is. Hij juicht bij elk goed antwoord op een vraag (of hij het antwoord nou geeft of een andere leerling) en hij applaudiseert bij alles wat hij ziet en hoort. Zijn enthousiasme maakt mij en de rest van de groep ook enthousiast. Ik heb dan ook een heel fijn groepje.
Of dit type onderwijs bij mij past? Misschien is het nog te vroeg om daar echt een gedegen uitspraak over te doen. Maar dat ik met veel zin opsta om naar mijn werk te gaan zegt, voor mij op dit moment genoeg. Ik vind het bijna jammer dat het weekend is...