Vandaag, 15 maart 2019, leg ik voor het eerst mijn werk neer. En dat terwijl ik mijn werk ontzettend leuk en belangrijk vind. Waarom ik toch staak? Simpel.
Ik staak omdat het lerarentekort nu is. En dat is zeer schrijnend. Er groeit een generatie op die ’s morgens niet weet welke juf of meester er voor de klas staat. En deze generatie leraren (en directies) ervaart daar werkdruk van. Want wat gebeurt er met de taken buiten het lesgeven van die collega en de leerlingen overdag als een collega wegvalt? Ik heb ervaren dat er vol verbazing door de koffiekamer wordt gekeken bij de mededeling dat er geen zieken of uitvallers zijn op een dag. En niet omdat men iets vindt van mensen die ziek zijn of uitvallen, maar door de druk die het in onderwijsland meebrengt als er iemand uitvalt. Uit liefde voor de collega’s die zijn komen werken die dag, de invallers die komen bijspringen. Vol ongeloof een ‘gewone’ dag in, zonder de druk van het niet kunnen opvangen van uitvallende collega’s, die zich daar ook nog eens schuldig over voelen. Dat moet anders kunnen.
Waarom ik nog meer staak? Omdat ik niet kan bevatten hoe het salarissysteem werkt in onderwijsland. En dan bedoel ik niet eens de kloof tussen PO en VO (hoewel daar ook wat voor te zeggen valt, zeker als je in het (V)SO werkt), ik bedoel dat de groei in salaris na 15 jaar stopt. Ik bedoel dat tegenover aantoonbaar hard werken geen salarisverhoging staat.
In onderwijsland is het helaas niet zo dat hard werkende mensen die aantonen te ontwikkelen, in gesprek kunnen gaan en een schaal omhoog mogen. Het beklimmen van de salaristrap is leeftijdsgebonden. Leeftijdsgebonden! En als je oud genoeg bent, dan stop je met groeien, want dan heb je ‘de top’ bereikt. Absurd en demotiverend! Natuurlijk is er de befaamde LB/LC/LD schaal, maar er zijn altijd maar een paar fte te vergeven en de overige harde werkers hebben pech. Over concurrentiestrijd binnen een ambitieus team gesproken. En een directie die niet kan belonen zoals het zou willen. Doodzonde.
Maar waarom ik vooral staak, zijn de leerlingen. Leerlingen hebben recht op inhoudelijk goed onderwijs. De nadruk moet weer liggen op lesgeven, in plaats van de rompslomp eromheen. En goed lesgeven begint bij de basis. Goed klassenmanagement, een rijke leeromgeving, onderwijsbehoeften signaleren en daar je aanbod op baseren en een fijne sfeer in een groep creëren. Dat kan alleen de échte leerkracht. De échte leerkracht met passie en liefde voor zijn vak en de passende theoretische kennis en achtergrond. Helaas heeft nu niet elk kind dat. Maar dat verdient toch elk kind? Doodzonde.

Ik ben juf en ik staak!
Vind ik leuk:
Like Laden...
Gerelateerd